Algemene achtergrondinformatie
Sinds 2009 heeft de beroepstitel ‘verpleegkundig specialist’ voor verpleegkundigen met een afgeronde opleiding Master Advanced Nursing Practice een plaats in de Wet BIG. Hierbij is destijds gekozen voor een indeling van vijf specialismen te weten:
Na evaluatie van deze indeling onder verpleegkundig specialisten (VS) in 2015 is duidelijk geworden dat de gekozen 4 somatische specialismen, en daarmee de 4 titels voor de verpleegkundig specialist, onvoldoende recht doen aan de praktijk van de VS en daarmee onvoldoende communicatieve waarde heeft. Dit geldt niet voor het 5e specialisme t.w. GGZ. Op basis van deze evaluatie is op initiatief van de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en het College Specialismen Verpleegkunde (CSV) vanaf 2017 een voorstel ontworpen voor een overgang naar 2 specialismen: algemene gezondheidszorg (AGZ) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Dit heeft geen gevolgen voor VS geestelijke gezondheidszorg en betekent een nieuw specialisme voor VS geregistreerd in een van de 4 somatische specialismen.
De nieuwe indeling naar 2 specialismen heeft tot doel de positie van de verpleegkundig specialist meer duidelijkheid en stevigheid te bieden in de Nederlandse gezondheidszorg. Maar een dergelijke verandering vraagt een aanpassing in de Wet BIG via het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en een overgangsregeling naar de nieuwe situatie.
Bij registratie tot verpleegkundig specialist zijn per specialisme wettelijke bevoegdheden voor voorbehouden handelingen verkregen. Omdat de voorbehouden handelingen voor het nieuwe specialisme AGZ overeenkomen met de voorbehouden handelingen binnen de somatische specialismen intensieve zorg en acute zorg, is voor verpleegkundig specialisten geregistreerd in intensieve zorg of acute zorg geen aanvullende scholing vereist. Verpleegkundig specialisten chronische zorg en preventieve zorg zijn voor een aantal voorbehouden handelingen in het nieuwe specialisme AGZ niet geregistreerd en daarmee formeel niet bevoegd. Binnen de overgangsregeling naar het nieuwe specialisme is daarom scholing noodzakelijk voor voorbehouden handelingen die niet binnen het huidige specialisme zijn erkend (zie tabel 1).
Verpleegkundig specialisten chronische zorg zijn op basis van de huidige wetgeving niet bevoegd tot het indiceren, uitvoeren en delegeren van:
Verpleegkundig specialisten preventieve zorg zijn op basis van de huidige wetgeving niet bevoegd tot het indiceren, uitvoeren en delegeren van:
Daarom is voor VS chronische zorg en VS preventieve zorg aanvullende scholing gericht op deze voorbehouden handelingen vereist binnen de overgangsregeling. Het CSV heeft met vertegenwoordigers van de beroepsgroep voorwaarden voor de ontwikkeling van een scholingsprogramma afgesproken t.w.
Het College Specialismen Verpleegkunde (CSV) heeft in 2019 alle verpleegkundig specialisten schriftelijk geïnformeerd over de overgang naar het specialisme Algemene Gezondheidszorg (AGZ). Daarnaast is een presentatie gegeven op het jaarcongres van V&VN VS en zijn vijf regionale bijeenkomsten georganiseerd in Groningen, Nijmegen, Utrecht, Leiden en Heerlen. Het doel was om het draagvlak te toetsen voor de overgangsregeling. Ondanks het feit dat er een gevoel van onrechtvaardigheid is, is er brede consensus over het belang van de indeling in twee specialismen: AGZ en GGZ. De beroepsgroep stemt in met de overgang en bijpassende overgangsregeling.
Op maandag 13 juli 2020 heeft de minister voor Medische Zorg ingestemd met het nieuwe specialisme Algemene Gezondheidszorg (AGZ).
Op 1 januari 2021 komt dit specialisme in plaats van de 4 bestaande somatische specialismen.
Met een akkoord van zowel de beroepsgroep als de minister, kan het scholingsprogramma worden vormgegeven. In het hierna volgend voorstel wordt het programma nader toegelicht.
Voor meer informatie verwijzen wij graag naar de website van V&VN (klik hier)
- verpleegkundig specialist Preventieve Zorg bij Somatische Aandoeningen
- verpleegkundig specialist Acute Zorg bij Somatische Aandoeningen
- verpleegkundig specialist Intensieve Zorg bij Somatische Aandoeningen
- verpleegkundig specialist Chronische Zorg bij Somatische Aandoeningen
- verpleegkundig specialist Geestelijke Gezondheidszorg
Na evaluatie van deze indeling onder verpleegkundig specialisten (VS) in 2015 is duidelijk geworden dat de gekozen 4 somatische specialismen, en daarmee de 4 titels voor de verpleegkundig specialist, onvoldoende recht doen aan de praktijk van de VS en daarmee onvoldoende communicatieve waarde heeft. Dit geldt niet voor het 5e specialisme t.w. GGZ. Op basis van deze evaluatie is op initiatief van de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en het College Specialismen Verpleegkunde (CSV) vanaf 2017 een voorstel ontworpen voor een overgang naar 2 specialismen: algemene gezondheidszorg (AGZ) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Dit heeft geen gevolgen voor VS geestelijke gezondheidszorg en betekent een nieuw specialisme voor VS geregistreerd in een van de 4 somatische specialismen.
De nieuwe indeling naar 2 specialismen heeft tot doel de positie van de verpleegkundig specialist meer duidelijkheid en stevigheid te bieden in de Nederlandse gezondheidszorg. Maar een dergelijke verandering vraagt een aanpassing in de Wet BIG via het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en een overgangsregeling naar de nieuwe situatie.
Bij registratie tot verpleegkundig specialist zijn per specialisme wettelijke bevoegdheden voor voorbehouden handelingen verkregen. Omdat de voorbehouden handelingen voor het nieuwe specialisme AGZ overeenkomen met de voorbehouden handelingen binnen de somatische specialismen intensieve zorg en acute zorg, is voor verpleegkundig specialisten geregistreerd in intensieve zorg of acute zorg geen aanvullende scholing vereist. Verpleegkundig specialisten chronische zorg en preventieve zorg zijn voor een aantal voorbehouden handelingen in het nieuwe specialisme AGZ niet geregistreerd en daarmee formeel niet bevoegd. Binnen de overgangsregeling naar het nieuwe specialisme is daarom scholing noodzakelijk voor voorbehouden handelingen die niet binnen het huidige specialisme zijn erkend (zie tabel 1).
Verpleegkundig specialisten chronische zorg zijn op basis van de huidige wetgeving niet bevoegd tot het indiceren, uitvoeren en delegeren van:
- electieve cardioversie;
- defibrillatie.
Verpleegkundig specialisten preventieve zorg zijn op basis van de huidige wetgeving niet bevoegd tot het indiceren, uitvoeren en delegeren van:
- heelkundige handelingen;
- endoscopieën;
- katheterisaties;
- puncties;
- electieve cardioversie;
- defibrillatie.
Daarom is voor VS chronische zorg en VS preventieve zorg aanvullende scholing gericht op deze voorbehouden handelingen vereist binnen de overgangsregeling. Het CSV heeft met vertegenwoordigers van de beroepsgroep voorwaarden voor de ontwikkeling van een scholingsprogramma afgesproken t.w.
- de omvang is beperkt (maximaal 1 dag voor chronische zorg en maximaal 3 dagen voor preventieve zorg);
- de scholing heeft inhoudelijke meerwaarde voor verpleegkundig specialisten; om hiervoor te zorgen denken verpleegkundig specialisten chronische zorg en preventieve zorg mee over de inhoud van de scholing;
- het levert geaccrediteerde punten op die meetellen in het kader van herregistratie in het Verpleegkundig Specialisten Register.
- er wordt een termijn van 2 jaar gehanteerd om het scholingsprogramma te doorlopen.
Het College Specialismen Verpleegkunde (CSV) heeft in 2019 alle verpleegkundig specialisten schriftelijk geïnformeerd over de overgang naar het specialisme Algemene Gezondheidszorg (AGZ). Daarnaast is een presentatie gegeven op het jaarcongres van V&VN VS en zijn vijf regionale bijeenkomsten georganiseerd in Groningen, Nijmegen, Utrecht, Leiden en Heerlen. Het doel was om het draagvlak te toetsen voor de overgangsregeling. Ondanks het feit dat er een gevoel van onrechtvaardigheid is, is er brede consensus over het belang van de indeling in twee specialismen: AGZ en GGZ. De beroepsgroep stemt in met de overgang en bijpassende overgangsregeling.
Op maandag 13 juli 2020 heeft de minister voor Medische Zorg ingestemd met het nieuwe specialisme Algemene Gezondheidszorg (AGZ).
Op 1 januari 2021 komt dit specialisme in plaats van de 4 bestaande somatische specialismen.
Met een akkoord van zowel de beroepsgroep als de minister, kan het scholingsprogramma worden vormgegeven. In het hierna volgend voorstel wordt het programma nader toegelicht.
Voor meer informatie verwijzen wij graag naar de website van V&VN (klik hier)
Tabel 1: erkende voorbehouden handelingen per specialisme VS