Aanvullend scholingsprogramma voorbehouden handelingen ten behoeve van de overgang naar het specialisme AGZ
  • Home
  • Algemene achtergrondinformatie
  • Voorbehouden handelingen
  • Doelstelling
  • Vrijstellingen
  • Inhoud programma chronische zorg
  • Inhoud programma preventieve zorg
  • Cursusinformatie en inschrijving
  • Aanleveren certificaat BLS
  • Docenten
  • Contact
  • Aanvragen verklaring hoofdopleider
  • Home
  • Algemene achtergrondinformatie
  • Voorbehouden handelingen
  • Doelstelling
  • Vrijstellingen
  • Inhoud programma chronische zorg
  • Inhoud programma preventieve zorg
  • Cursusinformatie en inschrijving
  • Aanleveren certificaat BLS
  • Docenten
  • Contact
  • Aanvragen verklaring hoofdopleider
Search by typing & pressing enter

YOUR CART

Picture

Korte inhoud van het scholingsprogramma chronisch

Het scholingsprogramma voor verpleegkundig specialisten chronische zorg bestaat, naast voorbereiding, uit lesprogramma van 1 dagdeel. Details omtrent het progamma worden voorafgaand aan de scholing verzonden. Het lesprogramma bevat de volgende onderdelen:

​Electieve cardioversie en defibrilleren
Met electieve cardioversie wordt bedoeld het (electief) toedienen van een gesynchroniseerde elektrische shock aan een persoon met hartritmestoornissen middels een defibrillator. Bij defibrilleren wordt in een acute situatie een niet-gesynchroniseerde shock toegediend bij een persoon die niet bij bewustzijn is. Beide behandelingen hebben tot doel de hartritmestoornis om te zetten in een elektrisch normaal functioneel hartritme. 

Doelgroep:
  • Verpleegkundig specialisten chronische zorg
 
Lesduur:             4 uur (exclusief voorbereiding, inclusief toetsing)
Voorbereiding:  4 uur
 
Leerdoelen:
de verpleegkundig specialist
  • heeft kennis van de anatomie en (elektro-)fysiologie van de prikkelvorming en geleiding van het hart;
  • heeft kennis van de begrippen als depolarisatie en repolarisatie;
  • heeft kennis van de hartcyclus;
  • heeft kennis van de elektrocardiografische registratie van de hartcyclus;
  • heeft kennis van de theorie van het maken van een ECG;
  • heeft kennis van de oorzaken, verschijnselen en complicaties van atriumfibrilleren,  atriumflutter, supraventriculaire tachycardie, ventrikeltachycardie en ventrikel fibrilleren;
  • heeft kennis van de behandeling van deze ritmestoornissen;
  • kan deze ritmestoornissen op het ECG herkennen;
  • heeft kennis van de indicatie, werking en complicaties van elektrische cardioversie;
  • heeft kennis van de indicatie, werking en complicaties van defibrilleren;
  • kan benoemen welke informatie in voorbereiding, bij uitvoering en in nazorg bij defibrillatie of cardioversie relevant is voor de patiënt en zijn omgeving;
​

Voorbereiding:
Gezien de relevantie van kennis en vaardigheden van reanimatie bij deze voorbehouden handeling is het voor deelname van de scholing verplicht een certificaat basic-life support met automatische externe defibrillatie (AED) volgens de normen van de Nederlandse Reanimatieraad te overleggen. Dit certificaat mag op de scholingsdatum niet ouder zijn dan 2 jaar. Dit valt buiten de voorbereidingstijd maar is voorwaardelijk.
 
De deelnemer ontvangt uiterlijk 6 weken voor aanvang van de scholingsdatum literatuur gericht op de leerdoelen en op begripsvorming van bevoegdheid/bekwaamheid en neemt deze ter voorbereiding door.
 
Werkvorm:       
Interactief werkcollege aan de hand van praktijkgerichte casuïstiek waarbij anatomie en pathofysiologie bij de
bespreking van de casuïstiek wordt behandeld.

Toetsing:          
  • 100% aanwezigheid is verplicht;
  • multiple choice kennistoets volgens toetsingskader Hogeschool Utrecht;
  • de deelnemer ontvangt na positieve afronding van de scholing een bewijs van deelname en een verklaring MANP hoofdopleider.
 
Accreditatie:    
Deze aanvullend scholingsprogramma telt mee in het kader van de herregistratie als verpleegkundig specialist. Zie voor details informatie op de website van het RSV.