Aanvullend scholingsprogramma voorbehouden handelingen ten behoeve van de overgang naar het specialisme AGZ
  • Home
  • Algemene achtergrondinformatie
  • Voorbehouden handelingen
  • Doelstelling
  • Vrijstellingen
  • Inhoud programma chronische zorg
  • Inhoud programma preventieve zorg
  • Cursusinformatie en inschrijving
  • Aanleveren certificaat BLS
  • Docenten
  • Contact
  • Aanvragen verklaring hoofdopleider
  • Home
  • Algemene achtergrondinformatie
  • Voorbehouden handelingen
  • Doelstelling
  • Vrijstellingen
  • Inhoud programma chronische zorg
  • Inhoud programma preventieve zorg
  • Cursusinformatie en inschrijving
  • Aanleveren certificaat BLS
  • Docenten
  • Contact
  • Aanvragen verklaring hoofdopleider
Search by typing & pressing enter

YOUR CART

Picture

De beroepsbeoefenaren en de voorbehouden handelingen

Gezien de relevantie voor deze aanvullend scholingsprogramma van inzicht in voorbehouden handelingen, bevoegdheid en bekwaamheid worden deze termen nader toegelicht. Onderstaande toelichting is uitgewerkt aan de hand van documenten van rijksoverheid.nl en publicaties van en overleg met medische en verpleegkundige beroepsverenigingen/deskundigen.
 
Risicovolle en voorbehouden handelingen
Binnen de gezondheidszorg wordt bij sommige handelingen gesproken van risicovolle handelingen, ofwel handelingen waarbij gezondheidsschade kan ontstaan bij de uitvoering. Binnen deze risicovolle handelingen zijn 14 handelingen gedefinieerd als voorbehouden handelingen die alleen uitgevoerd mogen worden door bepaalde beroepsgroepen. De wet (Wet BIG) maakt onderscheid tussen verschillende beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg vanwege deze voorbehouden handelingen.

  • Welke beroepsgroepen voorbehouden handelingen mogen verrichten is in de wet (Wet BIG) geregeld.
  • Het verrichten van risicovolle handelingen (zoals sondevoeding geven, een infuuszak verwisselen) is minder geformaliseerd. Het is een taak van de zorgorganisaties om ervoor te zorgen dat medewerkers goed zijn geschoold en kunnen handelen volgens de professionele standaard gericht op goede zorg zoals vastgelegd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) 
  • In dit geval vervult de bekwaamheidsverklaring een rol naar de zorgorganisatie: het geeft de organisatie inzicht of een medewerker recent is (na)geschoold.

Bekwaamheid en bevoegdheid
Bekwaamheid betekent het beschikken over de vereiste competenties om een handeling uit te voeren (handelingsbekwaam) of een beroep uit te oefenen (beroepsbekwaam).
 
Bevoegdheid is de wettelijke toestemming dat een persoon een bepaalde handeling mag verrichten.

  • Deze toestemming wordt afgegeven op basis van gebleken bekwaamheid
  • De toestemming wordt geregistreerd
  • Een bevoegdheid is gebaseerd op wetgeving en kan niet door lagere regelgeving worden ingeperkt of uitgebreid.
 
Zelfstandig bevoegd, functioneel bevoegd of onbevoegd
Het is bij de voorbehouden handelingen belangrijk te weten hoe de bevoegdheden in de wet zijn vastgelegd. De wet maakt onderscheid tussen zelfstandig bevoegden, functioneel bevoegden en onbevoegden. Beroepsbeoefenaren die voorbehouden handelingen mogen indiceren, uitvoeren of hiertoe opdracht mogen geven, worden zelfstandig bevoegden genoemd. Voorbeelden hiervan zijn artsen en verpleegkundig specialisten. Zij mogen anderen opdracht geven om een voorbehouden handeling te verrichten, op voorwaarde:

  • dat zij hebben vastgesteld dat de opdrachtnemer bekwaam is.
  • dat zij toezicht regelen (iemand is in de buurt om toe te zien dat de handeling correct wordt uitgevoerd).
  • dat zij tussenkomst regelen (er is iemand in de buurt die kan ingrijpen wanneer er iets misgaat).

Beroepsbeoefenaren met een functionele bevoegdheid mogen na indiceren en opdracht van een zelfstandig bevoegde een handeling zelfstandig uitvoeren, zonder dat de opdrachtnemer heeft vastgesteld of de persoon bekwaam is. Ook hoeft geen toezicht of tussenkomst te worden geregeld. Hieronder vallen de verpleegkundigen. Zij mogen na opdracht zelfstandig injecteren, katheteriseren en maagsondes inbrengen.

  • Voorwaarde voor het uitvoeren van de handeling is dat de verpleegkundigen van zichzelf weten dat zij bekwaam zijn. Dit is een individuele verantwoordelijkheid: elke verpleegkundige moet zelf bepalen of zij over de competenties (kennis, vaardigheid en attitude) beschikt om de handeling uit te voeren volgens de professionele standaard. Een verpleegkundige moet dit zelf kunnen verantwoorden, eventueel naar de Inspectie of naar een Tuchtcollege.
  • Wanneer de verpleegkundige zichzelf NIET bekwaam acht, mag zij de handeling niet uitvoeren. Onbekwaam maakt onbevoegd.

Tenslotte kent de wet ook onbevoegde beroepsbeoefenaren. Dit zijn de beroepsbeoefenaren waaraan de zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaren (artsen of verpleegkundig specialisten) opdrachten mogen geven op voorwaarde dat zij de bekwaamheid vaststellen en toezicht en tussenkomst regelen. Feitelijk vallen hier alle beroepsbeoefenaren onder die niet zelfstandig bevoegd zijn. Ook VIG-opgeleiden vallen onder deze categorie.
​
Bekwaamheidsverklaring
Om zelfstandig bevoegden een hulpmiddel te bieden om aan te nemen dat een onbevoegde beroepsbeoefenaar bekwaam is de handeling uit te voeren wordt regelmatig gebruik gemaakt van een bekwaamheidsverklaring. De (duur van de) geldigheid van een bekwaamheidsverklaring is discutabel. Veel van de iemands bekwaamheid hangt af van de frequentie waarmee een handeling wordt verricht en de retentie van kennis en kunde van de individuele beroepsbeoefenaar.
Picture